Robert Bosnak interview op Hebban
Hebban.nl, Interviews

Robert Bosnak: ‘Lood in goud veranderen zou mogelijk geweest kunnen zijn’

Robert Bosnak interview op HebbanRobert Bosnak, de jungiaanse psychoanalist die gespecialiseerd is in droomduiding en een healing-praktijk heeft in Los Angeles, heeft zich na zeven boeken aan fictie gewaagd. En het is niet zomaar een roman geworden: ‘Rode sulfur’ is het eerste deel uit vele. Een reeks over Mundanus, de enige die de Steen der Wijzen – waarmee volgens alchemisten lood tot goud getransformeerd kan worden – in zijn bezit heeft, en over de twee vrouwen uit zijn leven, Marianne en Clara, met wie hij een mystieke drie-eenheid smeed om te voorkomen dat de Steen in verkeerde handen valt.

De in Nederland opgegroeide Robert Bosnak heeft zijn vaderland gekozen als decor, maar haalde niet de inspiratie uit zijn eigen jeugd in Rotterdam. Rode sulfur speelt zich namelijk af in het Den Haag van de zeventiende eeuw: de eeuw waarin de alchemie langzaamaan werd verdrongen door harde wetenschap. In deze tijd werden alchemisten steeds vaker afgedaan als charlatans en leverden wetenschappers als Antoni van Leeuwenhoek, de uitvinder van de microscoop, en Christiaan Huygens, belangrijke wis- en sterrenkundige uit die tijd, baanbrekende bijdragen aan de wetenschap.

De roman is klinkklare fictie, maar het boek begint met een passage uit een échte brief van filosoof Spinoza. ‘Met die brief wilde ik benadrukken dat de ingang tot deze wereld berust op historische feiten’, vertelt Bosnak, ‘al zijn die historische feiten fictief benaderd. Wat voor mij van belang is, is dat Spinoza daadwerkelijk is nagegaan dat de transmutatie heeft plaatsgevonden. En uit deze brief blijkt dat hij het niet onmogelijk acht dat lood in goud veranderd kan worden. Spinoza is een van de grootste geesten van het tweede millennium, dus de mening van Spinoza kun je niet zomaar wegwuiven. Als een grote denker zoals Spinoza de transmutatie voor mogelijk hield, dan wil ik me daar wel in verdiepen.’

Ziek van rechten

Bosnak groeide op in Rotterdam en begon in Leiden aan zijn studie Rechten, maar daar werd hij – naar eigen zeggen – letterlijk ziek van. ‘Mijn lijf kon het niet aan’, zegt hij over die periode, ‘een rechtenstudie lag totaal niet op mijn pad. Ik ben er verschrikkelijk ziek van geworden en heb elf maanden in het ziekenhuis gelegen. Daar ben ik in analyse gegaan en daar had ik enorm veel baat bij. Vanaf dat moment ben ik geïnteresseerd geraakt in het verband tussen lichamelijke symptomen en beelden en besloot ik in Zürich te gaan studeren aan het CG Jung Institute.’

Lees het hele interview op Hebban.nl