Mary Beth Keane bestormt de internationale literaire hitlijsten met haar boek ‘Vraag me nog eens’. De roman vertelt het verhaal van de families Gleeson en Stanhope, die naast elkaar komen te wonen. Hoewel de twee gezinnen geen warme band krijgen, raken de zoon van de ene, Peter, en de dochter van de andere, Kate, bevriend. In dit verhaal onderzoekt de Iers-Amerikaanse schrijfster hoeveel je als mens kan hebben. Zowel emotioneel als fysiek. Als persoon en als gezin. Hebban.nl belde met haar over familie, Romeo en Julia en schrijven in tijden van corona.
Aan huis gekluisterd
Hoewel Mary Beth Keane eigenlijk op een boekenbeurs in Arizona de nieuwe paperbackuitgave van haar vorige zomer verschenen roman zou moeten promoten, zit ze aan huis gekluisterd. Net als in Nederland, worden in de Verenigde Staten grote evenementen afgelast vanwege het coronavirus. ‘Het gooit echt ieders leven overhoop,’ vertelt de schrijfster. ‘Voor mezelf maak ik me geen zorgen, maar ik probeer wel afstand te houden tot mijn ouders die een dagje ouder zijn. Ze wonen naast ons. De kinderen zijn gewend om heen en weer te gaan, maar die houd ik voor de zekerheid maar binnen. Mijn moeder kwam pas wel een glas wijn drinken: zij op de veranda en ik binnen, met een glazen wand tussen ons in.’
Keane vindt het jammer dat haar boekentour niet door kan gaan, maar beseft zich dat de situatie voor debutanten nog veel erger is. ‘De verschijning van je boek raakt al ondergesneeuwd door al het nieuws over het coronavirus, maar je kunt ook niet eens op pad om je boek te promoten. Dan heb je jaren aan je boek gewerkt, verschijnt het eindelijk, maar kun je verder niks.’ Zelf stort Keane zich maar op het schrijven van nieuw werk. ‘Al moet ik dat wel doen voordat de kinderen wakker zijn, want het is een drukte met iedereen in huis.’
Vraag me nog eens
Het internationale succes van Vraag me nog eens, kwam voor Keane als een verrassing. Het werd nog spannender, omdat dit haar meest persoonlijke boek is. ‘Er zijn parallellen te vinden met mijn eigen leven,’ legt Keane uit. ‘Zo zijn mijn ouders bijvoorbeeld van Ierse komaf en ben ik opgegroeid in Pearl River, een klein stadje in New York. Tegelijkertijd lijken veel mensen niet te begrijpen wat een schrijver doet. Dat sommige aspecten overeenkomen met mijn eigen leven, wil niet zeggen dat ik mijn verbeelding niet meer gebruikt heb. Ik schrijf vooral over gebeurtenissen en emoties die in mijn eigen leven hadden kunnen voorkomen.’
Juist die gebeurtenissen en emoties blijken heel erg herkenbaar te zijn voor lezers overal ter wereld. Keane: ‘Sommige lezers zeiden tegen me: “Dit had mijn familie kunnen zijn.” Dat vond ik erg ontroerend om te horen. Ik had geen idee dat anderen ook maar iets zouden geven om deze mensen uit mijn roman. En nu wordt het verkocht in 21 landen. Het is heel fijn dat zoveel mensen zich kunnen identificeren met de personages in het boek.’