De 30-jarige schrijfster Oyinkan Braithwaite groeide op in Engeland en verhuisde op haar 23e terug naar haar geboorteland Nigeria. Na te zijn afgestudeerd in rechten en creative writing, besloot ze haar werkzame leven volledig op het schrijven te richten. Tegen alle verwachtingen van haar omgeving in – ‘Zou je niet beter advocaat worden?’ – wordt haar debuutroman ‘Mijn zusje, de seriemoordenaar’ gelijk internationaal uitgegeven. Hebban sprak haar over verwachtingen, geloof in jezelf en Nigeriaanse literatuur.
Heb je je hele leven al geschreven?
‘Ja, van jongs af aan al. Ik schrijf zowel proza als poëzie, maar ik was hiervoor vooral bekend als poetry slammer. Als je kijkt naar mijn studierichtingen – rechten en creative writing – heb ik duidelijk de weg van mijn studie gevolgd.’
Waar is het rechten-gedeelte gebleven dan?
‘Ik doelde op het schrijven (lacht). In Nigeria zijn mensen heel erg gericht op onderwijs en bepaalde disciplines. Het beeld bestaat dat je rechter wordt, of advocaat, dokter, ingenieur of accountant. Als je niet binnen die disciplines studeerde, dan werd het beschouwd alsof je niets deed met je leven. Ik hield altijd al van lezen en schrijven, dus mijn ouders dachten dat ik advocaat zou worden. Ik begon dan ook met rechten, maar ik ben geswitcht naar creative writing. Ik vond rechten heel leuk, maar ik wist gewoon zeker dat ik geen advocaat wilde worden. Langzaam maar zeker beginnen mensen steeds meer te accepteren dat je een prima inkomen kan verdienen met beroepen buiten die vijf of zes carrières. Je hoeft geen dokter of architect te zijn om iets van je leven te maken.’
Was die switch een gemakkelijke keuze voor jou? Steunden je ouders je, ondanks dat ze dachten dat je advocaat zou worden?
‘Na mijn studie besloot ik dat ik fulltime wilde schrijven en ontwerpen – ik doe ook grafisch ontwerp. Mijn ouders hebben nooit geprobeerd die keuze te dwarsbomen, maar ze begrepen niet waarom ik niet als hobby kon schrijven. Ze hebben me wel een aantal keer serieus gevraagd of ik zeker wist dat ik fulltime wilde schrijven. Ze maakten zich zorgen. Zelf had ik er echter alle vertrouwen in dat ik er wel zou komen. Ik moest als het ware mijn eigen cheerleader zijn. Niet iedereen kan zien wat jij in jezelf ziet.’