Verenigingsleven Rozenburg - IDEM Rotterdam
Achtergrond, IDEM Rotterdam

Zelfstandige gemeente of deelgebied: verenigingsleven blijft in DNA van Rozenburg

Verenigingsleven Rozenburg - IDEM Rotterdam

Van oudsher heeft Rozenburg een rijk verenigingsleven: er is een biljartclub en een tennisclub, een carnavalsvereniging en een breiclub, een scouting en een ouderenbond. Wie een nieuwe vereniging wilde oprichten werd enthousiast onthaald en als een vereniging even financieel in de knel zat, kreeg ze bijval vanuit de gemeente. Echter, sinds Rozenburg in 2010 bestuurlijk is opgegaan in het veel grotere Rotterdam, loopt het allemaal anders. Regels zijn veranderd en worden strikter nageleefd; provisorische oplossingen zijn niet meer genoeg. Toch is Rozenburg erin geslaagd om haar rijke verenigingsleven te behouden. IDEM-redacteur Wilke Martens en Sophie van der Spek van RADAR zochten uit hoe dat is gelukt. “Geen ouderenbond meer? Dan beginnen we er toch zelf een!” 

Schotse Hooglanders staan gulzig te grazen, terwijl op de achtergrond de zware industrie van de Rotterdamse haven onafgebroken doorbuldert. Rozenburg is omringd door water. Het kleine dorpje op het gelijknamige eiland is van oorsprong een agrarische gemeenschap, maar na de Tweede Wereldoorlog veranderde het in een dorp vol havenarbeiders. Inmiddels is het een plek waar natuur en industrie naast elkaar bestaan: op de landtong is volop ruimte voor groen en recreatie, terwijl in de verte de haven continu in bedrijf is. De meeste bewoners van Rozenburg werken in de haven, of bij een van de bedrijven op bedrijventerrein Pothof, maar zijn niet ‘op het dorp’ geboren. Toch wonen de meeste bewoners er al jaren en willen ze er ook niet weg. Want met nog geen dertienduizend inwoners blijft Rozenburg een dorp, of het bestuurlijk nu bij Rotterdam hoort of niet. 

Rijk verenigingsleven

Rozenburg heeft van oudsher een rijk verenigingsleven. Hoeveel verenigingen er precies zijn is onduidelijk, maar volgens de laatste – overigens nog niet afgeronde – inventarisatie van welzijnsorganisatie DIA zijn het er ten minste vijftig. Van de carnavalsvereniging tot de breiclub: ze krijgen allemaal een plekje. Volgens Marjon McElligot, huidig gebiedscommissielid en voormalig raadslid van Rozenburg, zit dat in het DNA van het dorp. “We hebben hier verenigingen die al meer dan honderd jaar oud zijn”, vertelt ze tijdens een gesprek in de bibliotheek van Rozenburg, die tevens dienst doet als Huis van de Wijk. In de ene zithoek drinken ouderen een kopje koffie en maken ze een praatje, terwijl een jonge moeder bij de kasten prentenboeken uitzoekt om haar kroost mee te vermaken. Het had niet veel gescheeld of de bibliotheek was er niet meer geweest, vertelde McElligott aan het begin van het gesprek. Het stond als een van de eerste voorzieningen op de lijst om te verdwijnen na de samenvoeging met Rotterdam. Maar McElligott en haar collega’s hadden alles op alles gezet om de bibliotheek te behouden. Met succes.

“De bibliotheek, het voormalige gemeentehuis, maar vooral de verenigingen: ze vormen de binding van ons dorp”, vervolgt McElligott. “Als je over Rozenburg praat, kun je niet zeggen dat het een monumentaal dorp is, of een trekpleister vanwege de omringende natuur of iets dergelijks. Maar iedereen die hier woont zal wel zeggen dat de sociale sector heel erg sterk is.” 

Muziektheater De Ontmoeting, dat is gevestigd in de oude kerk, is hiervoor illustratief, meent McElligott. “Er zitten muziekverenigingen, koren, een naaicafé, theater: daar gebeurt van alles”, zegt ze. “En het draait volledig op vrijwilligers. Rozenburg is een dorp met veel vrijwilligers en veel vrijwilligersorganisaties: dat is de kern van deze plek. We hebben dat als zelfstandige gemeente altijd gekoesterd, door presentjes of soms financieel bij te springen, al vonden sommigen dat we de verenigingen te veel verwenden.” 

Die rijke traditie van verenigingen is waardevol, omdat het burgerparticipatie – het politieke ideaal sinds grofweg 2013 – alleen maar aanwakkert, zo blijkt ook uit de theorie van socioloog Erik Snel, waarin onder anderen de Amerikaanse socioloog Sampson wordt aangehaald. “Sampsons centrale stelling is dat bewoners meer participeren in lokale initiatieven en activiteiten wanneer er een traditie en een infrastructuur van private initiatieven in de buurt aanwezig zijn, zoals blijkt uit de aanwezigheid van lokale kranten, buurtorganisaties, buurtpreventieprojecten, hulpverlenings- en welzijnsinstellingen, enzovoort. Door zo’n organisatorische infrastructuur en een traditie van burgeractivisme lukt het beter om burgers te mobiliseren om actief te worden dan in buurten zonder zo’n traditie en netwerk van organisaties.” Maar wat gebeurt er als deze rijke Rozenburgse traditie van burgeractivisme voor grote uitdagingen komt te staan als gevolg van bestuurlijke veranderingen?

Lees het hele onderzoeksartikel op idemrotterdam.nl