Interviews, Leidraad

Femke Reidsma: ‘Ik maak archeologie ingewikkelder’

Lange tijd werd aangenomen dat verbrand materiaal op dezelfde manier de grond uitkwam als het er was ingegaan. Onderzoek van archeoloog Femke Reidsma toont aan dat het wel verandert in de bodem. Dit betekent dat veel van haar collega’s hun interpretaties moeten herzien. ‘Daar is niet iedereen even blij mee.’ 

Als kind al speelde Femke Reidsma (30) met vuur. In de grote achtertuin van haar ouderlijk huis gooide ze van alles in de vuurkorf om te zien wat ermee gebeurde. ‘Ik wilde echt snappen wat er gebeurde als iets in vlammen opging’, lacht ze. ‘Dat wil ik nog steeds, maar nu doe ik experimenten in een gecontroleerde omgeving. Het komt erop neer dat ik scheikunde gebruik om te achterhalen wat mensen vroeger met vuur deden.’ 

Reidsma speelt niet alleen letterlijk met vuur, maar ook figuurlijk. Waar lang werd aangenomen dat verbrand materiaal de bodem uitkwam zoals het erin ging, toont Reidsma aan dat het wel degelijk kan veranderen. ‘Met fundamenteel onderzoek in het lab heb ik gekeken wat temperatuur doet met de chemische samenstelling van bot’, legt ze uit. ‘Vervolgens heb ik onderzocht wat er in de bodem met dat materiaal gebeurt. Hiermee hoop ik niet alleen bij te dragen aan duidelijkheid over waar en wanneer onze voorouders vuur gingen gebruiken, maar ook over hoe ze dat deden en waarvoor het werd gebruikt.’ 

Uit haar genuanceerde data blijkt dat de aanname dat verhit materiaal altijd op dezelfde manier bewaard blijft, te kort door de bocht is. ‘Mijn onderzoek geeft informatie over het verleden die we zonder chemie niet gehad zouden hebben’, licht Reidsma toe. ‘We zijn nu bijvoorbeeld in staat om direct en indirect verhit bot van elkaar te onderscheiden. Bij vuurplaatsen waar veel verhit bot en weinig houtskool gevonden werd, werd gesuggereerd dat bot gebruikt was als brandstof. Het is echter ook mogelijk dat het bot indirect verhit werd, begraven onder een houtskoolvuur, maar dat de houtskool door fragmentatie slecht terug te vinden is. Dit kan betekenen dat archeologen hun interpretaties van onderzocht materiaal moeten herzien. Daarmee maak ik archeologie wat ingewikkelder; en daar is niet iedereen even blij mee.’ 

Het hele artikel is verschenen in Leidraad, mei 2020