Presentator Menno Bentveld, geboren en getogen Leienaar, is nog altijd niet uit de Sleutelstad weg te slaan. Sterker nog, de BN’er (“Ik vind dat zo’n naar woord”) waardeert zijn geboorteplaats met de dag meer. “Ik hoop alleen niet dat Leiden té aantrekkelijk wordt.”
Met zijn stormbestendige paraplu trotseert Menno Bentveld een flinke nazomerbui om met LEVEN! een cappuccino te drinken op het terras van De Tuin van de Smid in Polderpark Cronesteyn. De roze bloemen op de terrastafel steken plagend af tegen de druilerige lucht op de achtergrond. Bentveld trekt zijn goretex-jas uit en strijkt door zijn haar. Het is nog droog.
“Cronesteyn is het stukje natuur dat het dichtst bij mijn huis is”, antwoordt hij op de vraag of dit een van zijn vaste stekjes is, “dus ik fiets er vaak doorheen. Maar ik zit vaker op de terrassen aan de Nieuwe Rijn, bij Vooraf en Toe of Borgman Borgman. Leiden bevalt me nog steeds goed, vooral omdat het een studentenstad is. Dat zorgt voor een bepaalde cultuur, met allemaal jonge mensen, en de evenementen en kroegen die daarbij horen.”
Verhip
Bentveld heeft Leiden de afgelopen jaren met eigen ogen zien verhippen. “In de jaren zeventig en tachtig was Leiden nog een smerige, oude rotstad”, lacht hij. “Ik zeg dat natuurlijk met liefde, maar de panden en wegen waren verloederd, er gebeurde weinig en je hoorde altijd maar dat verhaal dat Leidenaren het laagste IQ van Nederland zouden hebben. De laatste vijf tot tien jaar is er heel veel veranderd: op het gebied van monumenten, infrastructuur, ondernemen. De straatjes achter de Breestraat, bijvoorbeeld, de winkeltjes en boetiekjes, dat was dertig jaar geleden wel anders. In mijn geval is het ook fijn om op een plek te wonen waar ik geschiedenis heb en waar mensen me van iets anders kennen dan televisie, of nog van voor die tijd.”
Het hele interview met Menno Bentveld is te lezen in LEVEN! #48 regio Leiden.