Juliëtte P. Rose van der Laarse (26) maakt games. OneWorld sprak haar over educatieve games, inclusieve game-karakters en seksisme in de gamewereld. “Niet alleen vrouwen moeten worden geaccepteerd in tech, ook vrouwelijkheid.”
De 26-jarige Juliëtte P. Rose van der Laarse studeerde Game Technology aan de Hogeschool van Amsterdam, plakte daar – onder andere – een studie Koreaans en Security Studies aan de Universiteit Leiden aan vast en begon ondertussen ook nog haar eigen start-up: ‘indie game studio’ ReddLock.
Om te beginnen, wat doet een indie game studio?
Een indie game studio ontwikkelt games zonder steun van een grote producer. Deze producers hebben vaak een bak ervaring en geld, waarmee ze games ontwikkelen en samenwerken met grote gamebedrijven. Maar ReddLock doet alles op eigen kracht. Dat betekent dat mijn team en ik de vrijheid hebben om al onze idealen te volgen. Zo kunnen we games maken die voor een producer niet winstgevend genoeg zijn, maar die wij wel belangrijk vinden om te maken. Onze idealistische grondslag is dat alles wat we maken een positieve bijdrage moet leveren aan de maatschappij. Dat speelt op microniveau, zoals zo min mogelijk papier gebruiken als bedrijf, maar ook op macroniveau, zoals onze focus op educatie.
Hoe kwamen jullie op die focus?
We kwamen op het idee om een educatieve augmented reality game te maken voor kinderen tussen de tien en twaalf jaar, om hun interesse voor natuurkunde aan te wakkeren. In deze game willen we complexe onderwerpen als kwantumfysica toegankelijk maken voor kinderen van jonge leeftijd. Het heet ScienceTales: CERN. De onderwerpen zijn natuurlijk hartstikke ingewikkeld, maar met behulp van metaforen, specifieke karakters, minigames en verhalen kun je al een heel eind komen. Maar dat lukt alleen als kinderen zich herkennen in de karakters, dus die moeten zo inclusief mogelijk zijn.
Hoe doe je dat? Je kunt niet voor ieder kind een ander karakter maken.
Nee, we kunnen niet de hele wereld representeren. Zeker niet in de drie karakters die we ontwikkelen voor deze game. Daarom hebben we volop onderzoek gedaan naar representatie: hoe ben je zo inclusief mogelijk, zonder dat het een clowneske vertoning wordt? Te veel verschillende eigenschappen in één personage stoppen, wordt immers ook ongeloofwaardig. Bovendien gaat het niet alleen om gender of etniciteit, maar willen we ook kinderen met een leerachterstand, autisme of dyslexie aanspreken. Daarom hebben we verschillende panels opgericht, om ieder karakter te bediscussiëren en erachter te komen hoe mensen uit diverse groepen zelf het liefst gerepresenteerd willen worden. De karakters die we maken zijn dan ook continu in ontwikkeling. Zelfs zodra de game af is blijven we peilen of bepaalde aspecten beter kunnen.