Hard rijden is er op Bali niet bij. De wegen zijn te druk, te kronkelig of te steil. Daarbij is het landschap simpelweg té mooi en de cultuur te overweldigend om snel aan voorbij te rijden. Promotor reisde naar het enige Boeddhistische eiland van Indonesië en reed – weer of geen weer – langs indrukwekkende tempels, actieve vulkanen en heerlijke stranden.
WILKE MARTENS
Tientallen groene vierkantjes zijn vastgeniet op een kartonnen bord, als kleine envelopjes. Het karton hangt aan de muur, onder het afdak van het winkeltje waar kleding, tandpasta, koek en benzine verkocht worden. Het karton begint langzaam te rimpelen door de regen die schuin onder het afdak door waait. Ondanks het tropische klimaat, met hevige moessons en vochtige lucht, is het papier wonderbaarlijk genoeg nog heel. Terwijl de regen met bakken uit de hemel komt, vraag ik de verkoopster naar het kartonnen bord. Ze spreekt net zo min Engels als ik Bahasa, maar toch lukt het elkaar te begrijpen: voor vijfduizend Indonesische Rupiah mag ik vijf envelopjes openmaken. Ze wijst op een kartonnen bord eronder, waar genummerde zakjes met speelgoed hangen. Natuurlijk, het is een loterij! In afwachting van blauwe lucht geef ik haar een briefje van tienduizend en trek lootjes van het karton. Vol spanning maak ik lootje voor lootje open. Bij nummer 8 heb ik prijs! De verkoopster geeft me giebelend een zakje met het corresponderende nummer: knalerwten. Op het ritme van de regen gooien we lachend de erwten op het droge stukje grond onder het afdak, in de hoop dat de knallen weergod Indra op zonniger gedachten brengen.
Explore galore
Mijn reislust bracht me dit keer naar Bali, het enige Hindoeïstische eiland van Indonesië. Niet veel mensen weten dat Indonesië het grootste islamitische land ter wereld is. Als vreemde eend in de bijt, heeft Bali de reputatie van ‘relaxed eiland’. Zo wemelt strandoord Kuta van de – vaak dronken – Australische jongeren (Kuta is voor Australië wat Chersonissos is voor Nederland), zitten de zuidelijke strandresorts vol Nederlandse gezinnen en is in de omgeving van Ubud geen straat te vinden zonder yogaschool waar hipsters in leggings de zeehond of de cobra doen.
Vlak nadat ik aankwam op het eiland ging ik voor een motor naar Moto Explore Indonesia, waar de Australische eigenaar Darren me enthousiast zijn favoriete weggetjes van Bali op de kaart uitwees. Het bedrijf verhuurt motoren, maar je kan ook deelnemen aan een georganiseerde tocht op Bali, of zelfs rijlessen volgen. Het was aanvankelijk mijn plan om – vrij letterlijk – een ‘rondje Bali’ te doen over de kustwegen, maar volgens Darren kun je de weg langs de zuidwestkust maar beter vermijden. “Alleen maar vrachtwagens, auto’s en brommers, die van en naar Java moeten”, zegt hij. “Het is de belangrijkste verkeersader van Bali. Daar rijden is gewoon echt niet leuk.” Het plan verandert naar een verkenning van Oost-Bali, met Ubud, de hippiestad in het midden van het eiland als uitvalsbasis. Terwijl Darren de Kawasaki KLX 150 voorbereidt voor mijn verkenningstocht – speciaal voor mij worden er kleinere wielen onder gezet – ga ik acclimatiseren in Four Seasons Sayan, vlakbij Ubud. De relaxte semi-ondergrondse villa is de ultieme plek om mijn route verder voor te bereiden.
Het hele artikel is te lezen in Promotor editie 10 (december 2018)