Een beetje gênant blijft de naam wel, maar dat ben je snel vergeten als de ferry aanmeert in de haven van Ko Kut. Het Thaise eiland is lang niet zo populair als grote broer Koh Chang, maar heeft alles wat je van een tropisch eiland in Zuidoost-Azië mag verwachten: witte stranden, verkoelende watervallen en heerlijke scooterweggetjes.
Naast de enige pinautomaat van het eiland, eet ik een waterijsje. Mijn bankpas doet het niet, Mastercard werkt evenmin. Gelukkig vind ik onderin mijn portemonnee nog wat euro’s die ik bij de bank kan wisselen, maar daarvoor moet ik eerst mijn paspoort ophalen in mijn hotel. Belangrijke les: breng genoeg cash mee.
Aparte naam
Ko Kut, dat de Thai uitspreken als ‘Koh Khoed’, is het meest oostelijke eiland in de Golf van Thailand en ligt haast tegen Cambodja aangeplakt. Het iets noordelijker gelegen Koh Chang is ongeveer twee keer zo groot – en veel toeristischer. Waar Ko Kut eerst alleen door touroperators werd aangedaan, kun je sinds enkele jaren ook eenvoudig op eigen houtje naar het eiland. Vanaf Trat, zo’n driehonderd kilometer ten zuidoosten van Bangkok, neem je de ferry en zo’n anderhalf uur later zet je voet op het eiland met de, althans voor ons, aparte naam.
Van de bank naar mijn resort moet ik bijna het hele eiland over, maar toch deert het me niks dat ik mijn paspoort moet halen. De smalle wegen op Ko Kut voeren namelijk langs stranden, door jungle en naar watervallen: met de scooter het eiland over toeren is de beste, leukste en goedkoopste manier om op ontdekking te gaan. Want behalve de songtaews, de tot ‘bus’ omgebouwde pick-ups die mensen van de ferry naar hun resort brengen, is er nauwelijks autoverkeer.
Kijk uit voor vallende kokosnoten
In plaats van de kustweg, neem ik de weg landinwaarts. Waar de kust van Ko Kut getekend worden door palmboomplantages (kijk uit voor vallende kokosnoten), is het binnenland te bergachtig voor landbouw. Daarom bestaat nog altijd bijna driekwart van het eiland uit natuurlijke vegetatie. De weg naar de Khlong Chao Waterfall voert door de jungle en gaat aardig diep het bos in. Een open plek dient als parkeerplaats, waarna het nog zo’n tien minuten lopen is. De flinke poel waarin het water zich uitstort, doet dienst als natuurlijk zwembad. Thaise opa’s en oma’s zitten glimlachend op de rotsen, terwijl hun kleinkinderen via een touw aan een dikke tak het water in slingeren. Een westers stelletje ligt te zonnebaden op een rots aan de overkant en een Chinese toeriste krijgt zwemles, in haar zwemvest spartelt ze van de kant naar de waterval om vervolgens vol trots te roepen dat ze kan zwemmen.
Tom Yum
Hongerig tuf ik met de scooter naar het meest zuidoostelijke puntje van het eiland. In vissersdorp Ao Yai schijnen ze de lekkerste vissoep van het eiland te hebben. Vanaf het terras kijk ik uit over de zee, vissersboten aan de horizon, en slurp van de pittige Tom Yum. Met volle maag ga ik weer naar de westkant, om de zonsondergang te zien. Khlong Chao Beach is een van de mooiste stranden op het eiland. De zon dreigt al bijna in zee te zakken als ik de scooter in het zand parkeer. Ik plof neer en zie hoe de lucht van blauw naar paars naar roze naar rood kleurt. Oja, vergeten geld te wisselen, bedenk ik me ineens. Niet erg, want dat betekent alleen maar dat ik morgen weer over het eiland kan scooteren: langs stranden, door jungle en naar watervallen.
Meer aparte bestemmingen
Ko Kut is niet de enige reisbestemming met een aparte naam. Metro zet er nog vijf op een rijtje.
- Fucking – Het plaatsnaambord van dit dorpje in Oostenrijk, vlakbij Salzburg, is het meest gestolen bord van het land. Veel meer dan dat is er ook niet te doen.
- Peniscola – Deze oude Spaanse vestingstad ten noorden van Valencia is een populaire bestemming. Oude kastelen, natuurparken, stranden en lachen om de naam, natuurlijk.
- Dildo – Op het Canadese eiland Newfoundland ligt het vissersdorp Dildo. Eind juli is er een heus festival: Dildo Days, waarbij een standbeeld van Kapitein Dildo wordt rondgevaren.
- Kloten – Als je met het vliegtuig naar het Zwitserse Zürich gaat, land je in gemeente Kloten. Vanwege het vliegveld zijn er drie treinstations in Kloten, maar daarmee is alles wel gezegd.
- Sexbierum – In eigen land hebben we Sexbierum! Het Friese dorp heeft bezienswaardigheden als de Korenmolen en de Sixtuskerk, maar bier drinken kan er ook.
Dit artikel verscheen eerder in Metro. Kijk hier voor de PDF.